Stichting De Wever is een organisatie op het gebied van ouderenzorg in Tilburg. De zorgorganisatie heeft al haar zorgcentra, behandelcentra en Hospice in Tilburg staan, met de ambitie om de beste zorg, behandeling en diensten aan te bieden aan haar klanten. In de afgelopen jaren is de organisatie bezig geweest met de transitie van de langdurige zorg, die de bedoeling heeft dat zorgbehoevenden zo lang mogelijk thuis – dus extramuraal – blijven wonen. “We willen ons vastgoed laten aansluiten op wat nodig is voor de Tilburgse bewoner”, zegt Marie-Claire van Hek, Manager Financiën en Control bij De Wever. “Daarom zoeken wij vooral het antwoord op de vraag: wat wil onze toekomstige klant en in welke mate sluit het vastgoed en het pakket aan zorg en diensten aan op deze toekomstige klant?”
Maatschappelijke opdracht
Vroeger kozen mensen op hun 65e direct voor een woning met ouderenzorg, terwijl ze nu pas bij een zwaardere zorgvraag naar De Wever toe komen. De gemiddelde leeftijd van de klanten van De Wever ligt inmiddels rond de 82 jaar. “Onze doelgroep is pragmatischer en veeleisender geworden”, zegt Corné van den Boer, Senior Controller bij De Wever. “Dat heeft onder meer te maken met het wegvallen van de lagere zorgzwaartepakketten (ZZP). Wij zullen aan die veranderde klantwensen moeten voldoen.” De Wever verwacht dat veel toekomstige klanten langer thuis blijven wonen, of voor andere collectieve woonvormen kiezen, en dus steeds minder in de verzorgingshuizen komen. Van Hek: “We hebben daarom ook locaties met aanleunwoningen van woningcorporaties erbij, waarbij De Wever steeds meer de zorg levert aan huis.”
Een zorgorganisatie heeft dus vooral ook een maatschappelijke opdracht, vindt Van Hek: “Wat je nu steeds meer ziet, is dat klanten thuis blijven wonen of bij De Wever een appartement huren en hierbij zorg ontvangen. Dat is gunstiger voor mensen met een grote portemonnee – mensen die minder te besteden hebben, kiezen eerder om intramurale zorg af te nemen. Die constructies willen we dus blijven aanbieden en de zorgkantoren zijn gelukkig ook realistisch in de mate waarin je daarbij druk kunt uitoefenen. Wij hebben twee locaties waar we samen met de gemeente en een welzijnsorganisatie bezig zijn met een all-inclusive-concept dat we willen aanbieden aan mensen met een kleine portemonnee.”
De regering wil er meer naar toe dat kwaliteit van leven leidend wordt voor de financiering van de geleverde zorg, zegt Joost van Haasteren, Manager Planning & Control bij De Wever. “En de manier waarop wij hier werken, sluit daar erg goed op aan; het redeneren vanuit het goed kennen van onze klant, en het goede contact tussen klant en verzorger vooropstellen. Dat is de omslag waar we midden in zitten.”
Update van het treasurystatuut
Ieder jaar rekent de Finance-afdeling van Van Hek, “vanuit de financiële bril”, met modellen verschillende scenario’s door. In de afgelopen jaren kwamen bepaalde discussies binnen de organisatie steeds terug, zoals die over de benodigde liquiditeitsbuffer en op welke financiële ratio’s primair gestuurd wordt. Op de achtergrond daarvan had de organisatie een verouderd treasurystatuut dat aangepast moest worden op basis van de besluiten rond diezelfde discussiepunten. “Daarnaast was er nog de landelijke ontwikkeling van de dalende rente op de rekening courant en de spaarrekeningen”, zegt Van Haasteren. “ We beseften ons dat we ons financiële beheer anders moesten gaan definiëren.” De zorgorganisatie vroeg daarom Zanders haar hierin te adviseren. “We hadden de puzzelstukjes wel, maar door andere prioriteiten was de puzzel nog net niet af”, licht Van Hek toe. “We wilden de thema’s invullen en daar een expert bijhalen die ons een spiegel kon voorhouden, zodat we konden leren van onze eventuele blinde vlekken.”
Tot nu toe lukt de transitie goed en houdt De Wever het financieel ook goed op orde. Van Hek: “Maar we kijken vooruit en voor onze Raad van Toezicht en Raad van Bestuur is dit een hele uitdaging; blijft het goed gaan en kunnen we naast het afbouwen ook weer investeren? Deze vragen zijn reden geweest om een goed meerjarenplan te gaan maken, met een update van ons treasurystatuut. We hebben daarbij ook marktonderzoek gedaan naar onze huidige klanten. Voor alle ontwikkelingen moeten we business cases maken met verwachte kosten. Er zitten dus veel uitdagingen in die ontwikkelingen.”
Meerjarenprognose
Voor een meerjarenprognose had De Wever de ingrediënten al in huis. “En die hebben we geactualiseerd”, zegt Van Haasteren. “Het gaat er vooral om die uitgangspunten en scenario’s te kiezen, waarvan wij denken dat er voor de komende 10 jaar grote risico’s aan zitten. Vervolgens kijken we welke impact ze hebben op de financiële ratio’s en de liquiditeit. Kunnen we bijvoorbeeld een vastgoedinvestering voor een deel uit eigen middelen financieren? Het meerjarenprognosemodel is heel tastbaar. Daarbij hebben we Zanders gevraagd het door onszelf gebouwde model te toetsen, om te voorkomen dat er discussie is over het model zelf. Want die moet gaan over de uitgangspunten met mogelijke scenario’s en de uitkomsten.”
Deze zomer is het model aan het MT gepresenteerd. “En het is zeer positief ontvangen”, zegt Van Haasteren. In september presenteert Finance & Control het model ook aan de vastgoedcommissie en de financiële commissie. “Om te laten zien dat wij de komende 10 jaar gezond zijn én blijven. Eén van de uitkomsten van de meerjarenprognose was ook het inzicht dat als risico’s in die prognose zijn verwerkt, je geen liquiditeitsbuffer meer nodig hebt. De onderkende risico’s moesten we daaraan toerekenen, maar uit de analyse van Zanders bleek dat die risico’s al toegerekend waren. Er bleek daarom geen liquiditeitsbuffer nodig te zijn – discussie van tafel, geweldig!” Bovendien zijn er ook keuzes aan de uitkomsten verbonden. Van Haasteren: “Bijvoorbeeld: met alle uitgangspunten die we hebben gekozen, blijft de liquiditeit overeind en daardoor hebben we de kredietfaciliteit kunnen teruggeven aan de bank – de onderbouwing voor dat besluit was nu goed.”
Namens Zanders was consultant Rob van Heesch bij de analyse betrokken: “Als je ziet welke scenario’s er zijn en die durft te presenteren binnen de organisatie, neemt het bewustzijn toe en is er meer onderling begrip en daarmee draagvlak.”
In de afgelopen jaren zijn er locaties van De Wever gesloten en plannen bedacht voor de bestaande locaties. Van Hek: “En iedere ingreep in de ene locatie heeft uiteindelijk impact op de andere. Vijf jaar geleden zouden we hebben gedacht: ‘gewoon even doorrekenen’, maar nu weten we dat het iets doet met de klantstromen. Daarom betrekken we ook de locatiemanagers erbij. Wat betekent een all-inclusive op die locatie voor de andere locaties, wat gebeurt er met het personeel? Het begint nu allemaal meer bij elkaar te komen, zo betalen de investeringen die we in de afgelopen jaren gedaan hebben zich terug.”
Een treasurycyclus
Toen Zanders een aantal adviezen gegeven had, moest de lijn van het advies nog worden doorgetrokken naar de besluitvorming. Van Hek: “We hebben toen een miniconferentie georganiseerd, waar we de Raad van Toezicht en onze bank voor uitnodigden. Dat was erg waardevol, we hadden een goede discussie.” Van Haasteren vult aan: “Het verraste ons hoe relatief eenvoudig we door de onderwerpen gingen waarover we in de afgelopen twee jaar nog veel discussie hadden. Maar met goede voorbereiding, goed advies en een presentatie waarin alle thema’s ter sprake kwamen, konden we meteen door met het aanpassen van het treasurystatuut. De basis is nu op orde, het staat als een huis. Er zijn ook organisaties binnen de zorg die weinig aandacht schenken aan hun treasury-organisatie – dat is zeer risicovol in deze tijd.”
Daarbij is het volgens Van Heesch echter belangrijk dat de treasury niet door de adviseur wordt ‘overgenomen’: ”De klant moet uiteindelijk zelf aan de knoppen kunnen draaien”, zegt hij. Van Hek kinkt instemmend: “Als wij het niet snappen, kunnen we het ook niet uitvoeren.”
Het Treasuryjaarplan en meerjarenprognose sluiten nu aan op het nieuwe treasurystatuut. “En daarmee hebben we nu een cyclus staan”, zegt Van den Boer. “We deden al treasury, maar kunnen nu bij het afronden van de jaarrekening ook een jaarprognose maken en op basis daarvan een jaarplan. Zo blijf je de cirkel rondmaken; alles volgt logisch op elkaar. Die treasurycyclus loopt nu goed.”
Wat heeft Zanders gedaan voor Stichting De Wever?
Zanders heeft (ter voorbereiding van meetings met Raad van Toezicht en de bank) second opinions geschreven over:
- Het Treasuryjaarplan
- Het Treasurystatuut
- De voor De Wever relevante financiële ratio’s
- Benodigde liquiditeitsbuffer
- Definitie Beleggen
Daarnaast heeft consultant Sven Kester het meerjarenprognosemodel van De Wever getoetst en aanbevelingen gedaan voor verdere verbetering.