Na tijden van lockdowns en ontwrichting door het COVID-19-virus, en de daarbij behorende financiële gevolgen, lijken de directe gevolgen tot stilstand te zijn gekomen.
Toch worden veel bedrijven tot op de dag van vandaag geconfronteerd met de (in)directe gevolgen van de pandemie. Nu de economie probeert terug te keren naar business as usual, zal de aanpak van werkkapitaalbeheer meer planning, prognoses en maatregelen vergen.
De nasleep van een wereldwijde schok en de gevolgen daarvan voor bevoorrading kunnen voor bepaalde sectoren catastrofaal zijn. De pandemie heeft de risico’s van sterk geografisch geconcentreerde leveranciers blootgelegd. De snel veranderende vraag en aanbod in de halfgeleiderindustrie, die in veel verwante ketens wereldwijde tekorten en vertragingen veroorzaakten, en de aanhoudende lockdowns in China hebben dit aangetoond.
Naast de aanhoudende handelsoorlog tussen de VS en China, die opnieuw oplaaide onder de regering van Trump, legden de oorlog in Oekraïne en de bijbehorende sancties en embargo’s de kwetsbaarheid van de wereldwijde toeleveringsketens verder bloot. Structurele tekorten op de grondstoffenmarkten en vooral de energieprijzen verhogen de huidige inflatiedruk. Deze gevolgen werken snel door in veel toeleveringsketens, zoals blijkt uit de stijgende producentenprijsindices en voelbaar is voor iedereen die onlangs een supermarkt heeft bezocht. Stijgende prijzen vergroten de onzekerheid, wat gevolgen heeft voor de rentetarieven en de beschikbaarheid van financiële middelen.
Het is onwaarschijnlijk dat de mondiale toeleveringsketens op korte termijn aanzienlijk zullen worden ontlast. Veel bedrijven herzien daarom de strategieën en invulling van hun voorraadbeheer. Hoe langer een toeleveringsketen, hoe groter het risico op verstoring. Westerse economieën zijn te afhankelijk geworden van in Azië geproduceerde en ingekochte goederen en door de toenemende geopolitieke spanningen verplaatsen landen en multinationals hun inkoop om deze risico’s te beperken. Een mooi voorbeeld zijn investeringen van Intel in halfgeleiderfabrieken in Duitsland.
Een financieringsklimaat met hogere rentes vraagt om efficiëntere werkkapitaalprestaties – ondernemingen willen hun hogere financieringslasten compenseren door hun kasstromen te verbeteren en hun kapitaalbehoeften te verminderen. Daarbij worden zowel korte- als langetermijnleningen duurder. Veel kredietlijnen worden maandelijks opnieuw geprijsd en daarom worden bedrijven vrijwel onmiddellijk getroffen door hogere rentetarieven.
Hogere rentetarieven verhogen de kapitaallasten van bedrijven en hebben een negatief effect op de kasstroom. Zelfs als een onderneming geen hoge schuldenlast heeft, zullen de operationele schulden, dus crediteuren en debiteuren, impact hebben op haar liquiditeit. Bij een hogere inflatie betekenen hogere verkoopcijfers, zelfs bij constante hoeveelheden, een hoger niveau in handelsvorderingen. Hogere inkoopprijzen hebben een soortgelijk effect op de totale voorraad op de balans. Voor ondernemingen met een positief netto werkkapitaal, waarbij de som van de vorderingen en de inventaris groter is dan de handelsschulden, betekent de extra investering in vlottende activa een grotere behoefte aan werkkapitaalfinanciering.
Dit laat zien waarom aandacht voor werkkapitaal, behoud van liquiditeit en kasstroomoptimalisatie in deze moeilijke tijden van het grootste belang zijn.
Niet in alle ondernemingen is Treasury verantwoordelijk voor het werkkapitaalbeheer. Treasury heeft echter wel de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat er voldoende liquide middelen zijn om aan alle verplichtingen te voldoen. Het concept werkkapitaalbeheer heeft betrekking op de manier waarop bedrijven hun vlottende activa en passiva beheren om continuïteit te verzekeren. Een belangrijk aspect van werkkapitaalbeheer is het vaststellen van het beleid, of regels, die het best past bij de specifieke onderneming of bedrijfstak.
Het werkkapitaalbeleid bestaat uit twee elementen: (1) het investeringsniveau in vlottende activa en (2) de wijze van financiering van deze vlottende activa. Bij de keuze van het meest geschikte beleid trachten ondernemingen een optimaal werkkapitaalniveau te bereiken, afhankelijk van de afweging tussen risico en rendement.
Bij het onderzoeken van dit werkkapitaalbeleid onderscheiden we drie algemene benaderingen:
Ondernemingen die de conservatieve of hedging-aanpak hanteren, lopen de minste kans te worden getroffen door de recente uitdagingen van hogere rentevoeten, omdat de kapitaalkosten voor een langere tijd vastliggen. Bedrijven die een meer agressieve houding hebben aangenomen, behoren tot de eerste die het effect van inflatie op hun totale kapitaalkosten voelen. Hoewel het werkkapitaalbeleid voornamelijk wordt bepaald door de bedrijfsstrategie en de complexiteit van de sector, kan het voor bedrijven de moeite waard zijn dit beleid te heroverwegen nu de financiële structuur hiernaast een belangrijkere rol speelt.
Werkkapitaal wordt vaak gemeten aan de hand van de Cash Conversion Cycle (CCC): Days Sales Outstanding (DSO) + Days Inventory Outstanding (DIO) – Days Payables Outstanding (DPO). De CCC geeft aan hoe lang elke netto-input vastligt in het productie- en verkoopproces voordat hij wordt omgezet in ontvangen cash. Daarbij wordt rekening gehouden met de tijd die nodig is om vorderingen te innen en om rekeningen te betalen zonder rente of boetes. De CCC wordt geoptimaliseerd (verlaagd) door DPO te verhogen en DSO en DIO te verlagen.
Hoewel winstgevendheid voor veel bedrijven en managers vaak het belangrijkste aandachtspunt is, zijn werkkapitaal en cashconversie zowel het hart, als het bloed door de aderen, van een bedrijf. Voor veel treasurers en CFO’s is het een onmiskenbare waarheid: ‘Cash is king’. Bedrijven hebben cash nodig voor hun continuïteit, om strategische samenwerkingen op te bouwen, hun concurrentiepositie te verbeteren en hun toekomstige winstgevendheid te verhogen.
In de loop van het afgelopen decennium zijn ondernemingen gewend geraakt aan lage en zelfs negatieve rentetarieven, en een grote beschikbaarheid van liquide middelen op de markt – vooral ondernemingen die actief zijn in sectoren met lagere marges en stevige concurrentie. De recente uitdagingen hebben gevolgen voor de manier waarop een onderneming haar werkkapitaal moet beheren en haar werkkapitaalbeleid moet heroverwegen.
Om het risico van verstoorde leveringsketens te beperken, kan een onderneming eerst kiezen voor hogere voorraadniveaus die de DIO in hun CCC en de daarbij behorende kapitaalvereisten verhogen. Hoewel dit over het algemeen suboptimaal is, waren kortlopende en flexibele kredieten voor ondernemingen met een agressieve houding verstandige, tijdelijke alternatieven om deze uitdagingen te overwinnen. In tijden van stijgende rentes is de natuurlijke reactie van een onderneming echter om haar totale kapitaalvereisten te verlagen en de effecten van de rentecomponent in hun margeberekening te verminderen.
Nu de uitdagingen van verstoorde leveringsketens en stijgende rente met elkaar in botsing komen, zorgt hun unieke combinatie voor extra complicaties voor ondernemingen en hun treasurers; gebruikelijke oplossingen voor het ene probleem werken nu contraproductief bij het aanpakken van de andere uitdaging. Bovendien worden bedrijven die gebonden zijn aan hefboomconvenanten geconfronteerd met een dubbele uitdaging, aangezien deze scenario’s tegelijkertijd de winstgevendheid verlagen en de balans verlengen, waardoor hun hefboomratio negatief wordt beïnvloed en de rentelasten daarmee verder stijgen.
Waar in goede tijden werkkapitaalbeheer en de financiering ervan ‘slechts’ een onderdeel is van een business en bedrijven zich kunnen concentreren op de happy flow, dagen crises ons nu uit om anders en creatief te denken om problemen op te lossen. In plaats van binnen korte termijn de problemen in de keten te verschuiven, moet een onderneming haar kapitaalstructuur en financieringsmix opnieuw beoordelen om de conditie ervan te controleren. Het is de rol van de treasurer om in tijden als deze de onderneming bewust te maken van de impact, beter inzicht te krijgen in alle gerelateerde processen en alternatieven te vinden.
Bedrijven zoeken naar oplossingen om extra financiering voor hun werkkapitaal vrij te maken. Het is van groot belang dat treasurers elk beschikbaar hulpmiddel benutten om sales om te zetten in cash. Hoe langer de cash niet wordt geïnd, des te langer het effectief een ander bedrijf financiert in plaats van de schuldeisers.
Het beginpunt van succesvol werkkapitaalbeheer is een beter inzicht in de kasstromen. Treasurers moeten tijd en middelen investeren om kasstroomprognoses te optimaliseren met behulp van de juiste data en metingen – een uitdaging op zich. In veel gevallen houden de bestaande tools geen rekening met afwijkingen tussen betalingsvoorwaarden bij een klant en de werkelijke kasstromen. Bedrijven zouden de in hun systemen vastgelegde kredietvoorwaarden moeten vergelijken met de werkelijke stromen om daarmee hun prognoses te verbeteren. Onder normale omstandigheden is afstemming tussen beide al belangrijk, maar dit geldt nog meer in tijden van onzekerheid met mogelijke gevolgen voor zakenrelaties en hun betalingsgedrag.
Voor een kredietverzekeraar is het een standaardpraktijk, maar het continu beoordelen van kredietrisico van klanten en leveranciers wordt door bedrijven vaak over het hoofd gezien. Die bestelling de hele wereld over verschepen naar uw ooit beste klant kan een dure aangelegenheid worden als u niet op de hoogte bent van zijn meest recente financiële uitdagingen. Om onaangename verrassingen te voorkomen is het belangrijk om dergelijke inzichten te hebben. Zonder een precies en volledig inzicht in wanneer cash binnenkomt en opnieuw moet worden geïnvesteerd, is het niet eenvoudig te bepalen wat uw toekomstige kapitaalbehoefte is en waar u de financiering hiervoor kunt vinden.
Terwijl ze hun inzichten verbeteren, moeten treasurers ook flexibele oplossingen onderzoeken die specifiek ontworpen zijn om korte termijn financieringstekorten op te vangen, zoals factoring- en reverse factoring- programma’s.
Factoringprogramma’s worden opgezet vanuit het perspectief van de verkoper binnen een toeleveringsketen en stellen de onderneming in staat haar debiteurensaldi te verkopen aan een financiële instelling of een investerende onderneming (de factor) voor voorschotten in cash. Dit verbetert onmiddellijk de CCC door de DSO-component te verlagen.
Reverse factoring richt zich op de andere kant van de toeleveringsketen en is gericht op de financiering van de inkomende goederenstroom, vanuit het perspectief van de koper. Facturen aan de leverancier worden vroegtijdig of tegen de oorspronkelijk overeengekomen kredietvoorwaarden betaald door de factormaatschappij. Door gebruik te maken van de kredietwaardigheid van de afnemer kunnen kleinere leveranciers van deze programma’s profiteren, aangezien de korting op de ontvangen middelen lager zal zijn dan bij factoringprogramma’s die vanuit hun kant worden geïnitieerd en er langere kredietvoorwaarden kunnen worden gegeven. Het gebruik van reverse factoring verhoogt de effectieve DPO van de kopende partij en laat tegelijkertijd de DSO van de verkopende partij afnemen, waarmee de gehele CCC wordt verlaagd.
Of nu factoring of reverse factoring in de praktijk wordt gebracht, de grootste wederzijdse voordelen kunnen worden behaald door de programma’s te laten starten door de partij met de hoogste kredietwaardigheid, aangezien diens kapitaalkosten over het algemeen lager zijn.
Zoals voor alles in deze wereld, geldt in beide gevallen dat niets gratis is. De betalingen worden verdisconteerd en de financieringskosten zijn vergelijkbaar met die van kortlopende leningen. Ze bieden echter meer flexibiliteit bovenop de bestaande financiële schuld. Veel van deze programma’s zijn zeer gebruiksvriendelijk en de meeste bijbehorende portalen maken een directe integratie met veel ERP-systemen mogelijk, zodat facturen automatisch kunnen worden geüpload om te worden verdisconteerd.
Zoek samenwerking binnen uw toeleveringsketen en stem planning en wederzijdse initiatieven af. Wanneer u oplossingen voor supply chain finance overweegt, onderzoek dan niet alleen het initiëren van uw eigen programma’s, maar reik uw belangrijkste leveranciers en klanten de hand om te zien of zij openstaan voor samenwerking. Het is mogelijk dat uw bedrijf kan worden opgenomen in reeds bestaande (reverse) factoringprogramma’s die door uw zakenpartners zijn geïnitieerd.
Naast programma’s waarbij een derde partij de toeleveringsketen financiert, zijn statische en dynamische kortingen andere mogelijke oplossingen. Hiermee kan een bedrijf dat minder krap bij kas zit directe betalingen doen aan zijn leverancier tegen een gereduceerde inkoopprijs. Bij statische verdiscontering wordt het kortingspercentage vooraf vastgesteld, terwijl bij de dynamische variant de korting aan de feitelijke betalingsdatum wordt aangepast.
Deze oplossingen optimaliseren niet alleen uw kasinstroom en/of respecteren de overeengekomen betalingsvoorwaarden, maar kunnen ook de zakelijke relaties in de keten versterken door een betere samenwerking.
Wanneer verstoorde toeleveringsketens en stijgende rentevoeten bedrijven en hun treasurers voor een unieke combinatie van uitdagingen stellen, is het belangrijk inzicht en kennis te verwerven over de specifieke positie en behoeften van uw onderneming. Hoewel de oplossingen om de verstoring in de toeleveringsketen te ondervangen door de voorraden te vergroten contraproductief kunnen werken voor lagere kapitaalvereisten en financieringskosten, bestaan er veel flexibele supply chain finance-oplossingen die een onderneming helpen bij liquiditeitsbeperkingen en de financieringsmix kunnen optimaliseren.
Om beter inzicht te krijgen in de werkkapitaalpositie van uw onderneming, de potentiële risico’s en de financieringsmogelijkheden, kan Zanders u helpen met het onderzoeken van de oplossingen voor supply chain finance en zo weloverwogen beslissingen te nemen.
2023 © Zanders. All Rights Reserved. KvK 30112147. Cookie Policy | Privacy Policy | Terms of Service | Vulnerability Disclosure
Managed by Sluijmer Multimedia and hosted by True.